Siertuin - plantenborders: 

  • Het onkruid in de borders blijven hakken, schoffelen en wieden.
  • Verwijder de uitgebloeide bloemen zodat ze geen energie steken in de zaadvorming waardoor de planten langer doorbloeien en de bloemenborder mooier oogt.
  • Verzamel zaden en steek ze in een koffiefilter of in een enveloppe. Bewaar ze gedurende de winter op een droge plaats.
  • Irissen met een wortelstok kunnen worden gescheurd.
  • Penstemon kan deze maand zeer gemakkelijk door stekken vermeerderd worden.
  • Door regen en wind omgevallen planten zoals zonnebloemen, riddersporen, opbinden met touw of steunen met bamboestokken, rijshout.
  • De uitgebloeide bloeiaren van de lavendel mag je net boven de bladeren snoeien. De takken die er hier en daar uitspringen en zo een mooi zicht belemmeren mogen ook al worden afgeknipt. U mag zeker niet te diep snoeien, want de plant moet nog weerstand bieden tegen de vorst, vandaar enkel snoeien ter verfraaiing van de lavendel na de bloei.
  • Eind augustus zijn de meeste hagen volledig gestopt met groeien. Als u de hagen met een vlakke bovenkant door de winter wil loodsen dan kan u nog snoeien tot eind augustus. Plaats aan het begin en aan het einde van de haag een paal en span daartussen een touw die je kunt gebruiken als leidraad. Bij de eerste scheerbeurt van de bovenkant controleer je de horizontale touw met een waterpas. Ga aan de haagkant staan waar je het makkelijkst kunt opruimen. Op deze manier komt daar het meeste snoeiafval terecht.
  • Let er bij het snoeien op dat bewolkt weer is, als de zon te fel schijnt heb je steeds kans op verbranding.
  • Scheer coniferenhagen nooit na augustus want dat gaat ten koste van de winterhardheid. Snoei ze bij voorkeur licht conisch zodat het licht ook de onderkant van uw haag kan belichten en de haag ook onderaan mooi gesloten blijft.
  • Zolang de gewenste hoogte bij een loofbladerenhaag niet bereikt is, snoeit u de omhoog groeiende takken ieder jaar een stuk terug. Dit bevordert de groei van de zijtakken.
  • Klimhortensia kunnen na de bloei plat tegen de gevel worden teruggesnoeid.
  • Snoei alle snoeivormen van heesters zoals buxus, Liguster, lonicera, Taxus,...

Gazon

  • Het gazon gaan we 1 of 2 keer per week maaien, afhankelijk van de groei. In droge periodes minder vaak maaien en het gras op een hogere stand afrijden. Om uitdroging door te grote verdamping tegen te gaan kan men bij warm weer met maaien beter wachten tot 's avonds. Het zou anders te snel kunnen verbranden (geel worden). De verse snijwondes van het maaien verdampen immers veel meer.
  • In de zomer moet je, als je in het voorjaar langzaam werkende meststoffen gebruikt hebt in juli of augustus een keer bijmesten. Heb je een kortwerkende meststof gebruikt dan verdient het de aanbeveling om elke maand bij te mesten. Als je je gazon bemest, doe dit dan op een wat sombere niet zonnige dag, dit voorkomt gele plekken. Indien mogelijk het liefst bemesten als de weersvoorspellingen voor de komende dag(en) veel kans op regen geven. Mestkorrels verdeel je op een groot gazon bij voorkeur met een strooiwagen. Doe je dat niet dan kan het zijn dat je plekken vergeet of op de ene plek meer strooit dan op de andere, dit heeft als resultaat dat je een gazon met ‘golven’ krijgt op de ene plek groeit het sneller dan op de andere plek.
  • Als je terugkomt van enkele weken vakantie en het gras staat zeer lang, dan maai je dit best eerst in een hogere maaistand en pas na enkele dagen op de normale maaihoogte.
  • Om van je maaisel af te raken, kun je het in een dun laagje uitspreiden achteraan in de plantenborders tussen de sierheesters. Op de plaatsen waar zo'n laagje afgereden grasmaaisel ligt hoef je minder of niet meer te wieden en het maaisel wordt door de tuinwormen omgezet tot humus en voedsel voor de planten.
  • Je kunt ook een grasmaaier gebruiken die het gras bij het maaien ineens versnippert en verspreidt over het gazon.
  • Graskanten afsteken zodat ze niet te diep in de bloemenborder groeien. Slordige graskanten zorgen voor een minder net aanzicht van het gazon.
  • Bij aanhoudend droog en warm weer het gazon regelmatig besproeien. Eenmaal per week gedurende enkele uren water geven is beter dan dagelijks een kwartiertje het zand te blussen. Weet wel dat het niet echt noodzakelijk is om een bestaand gazon te besproeien, want na enkele regenbuien zal het zich heel snel herstellen. Bij het water geven met een tuinslang voorkomen tuinslanggeleiders op de hoeken van de tuinborders dat de waterdarm doorheen de plantenborder worden gesleurd.